Bepleistering / bewapening

De gebruikelijke pleisters volgens Din 18550* op basis van gips, kalk en leem zijn toegestaan.

De stukadoor houdt rekening met de voorschriften van de fabrikant en zal indien nodig voorbereidende handelingen zoals een grondering of voorstrijk toepassen.

Het is belangrijk dat de pleister in één fase wordt aangebracht en afgewerkt, nat in nat.

Het Cuprum wandverwarmingssysteem is voldoende dun om dit mogelijk te maken.

Over de ganse oppervlakte van de wandverwarming en tot 10 cm daarbuiten moet een pleisterbewapening aangebracht worden. Deze bestaat meestal uit glasvezel of een kunststofnet dat in de verse pleister gedrukt wordt net over de koperen buizen. Direct hierna wordt de afwerklaag nat in nat geplaatst.

Het is voldoende dat de koperen buizen met 6 mm pleister bedekt worden zodat de totale pleisterlaag een dikte heeft van 18 tot 22 mm.

Bij mogelijk vorstgevaar mogen de buizen tijdens het pleisteren doorstroomd worden met een temperatuur van 20 à 25°C.

Het definitief opstoken van de wandverwarming gebeurt minstens zeven dagen na de pleisterwerken en met geleidelijke temperatuurstijging zoals bij een vloerverwarming.